Van Rijn

De jonge uitgever Pieter Blaeu raakt bij een bezoek aan het atelier van Rembrandt van Rijn in de ban van de grote meester. Vanaf dat moment probeert hij als een privé-detective de geheimen van de beroemde schilder te achterhalen, hierin bijgestaan door Clara, een jonge dichteres die zijn geliefde wordt. Wie is Rembrandt en wat drijft hem? Welke ongrijpbare waarheid jaagt hij na? Hoe komt het dat hij het einde van zijn leven in betrekkelijke armoede en onbekendheid doorbrengt? Miano laat familieleden, vrienden, buren, modellen en beschermheren over Rembrandt aan het woord: van Spinoza tot Jan Six, van zijn zoon Titus tot Kircher met zijn toverlantaarn. Ook het lijk van zijn beroemde schilderij De anatomische les van dr. Nicolaas Tulp en het huis van Rembrandt worden sprekend opgevoerd. Daarnaast krijgt de lezer een kijkje in het hoofd van de schilder zelf, via diens fictionele, maar plausibele aantekeningen over het leven en de schilderkunst. Elegant verwerkt Miano al deze stemmen tot een samenhangend geheel, in een even sprankelende als beeldende schrijfstijl, vol licht en schaduw, geuren, geluiden en kleuren. Ze voert de lezer mee naar het zeventiende-eeuwse Amsterdam en licht niet alleen een tipje van de sluier op waarachter de meester zich altijd heeft verscholen, maar brengt ook zijn stad en zijn tijd, de Gouden Eeuw, op onovertroffen en meeslepende wijze tot leven