Experimenteren Bij Het Leven

Jolanda Oosterheert (1977) studeerde geschiedenis en kunstgeschiedenis aan de Rijksuni versiteit Groningen en heeft onder andere opdrachten uitgevoerd voor het Universiteitsmuseum Groningen, de Commissie Geschiedschrijving RuG en het Rijksmuseum Amsterdam. Een recente publicatie van haar hand is In vol ornaat. Vier eeuwen Groningse senaatsgalerij (2009), een geschiedenis en bij - behorende catalogus van Groningse hoogleraarportretten. Klaas Marck (1952) is oud-medewerker van de afdeling experimentele chirurgie in Groningen. Hij onderzocht tijdens zijn studie afbreekbare biomaterialen en ont wik kelde na zijn afstuderen een proefmodel voor longtransplantatie bij de rat. Hierna werd hij opgeleid tot plastisch chirurg. Naast publicaties op zijn vakgebied, schrijft hij ook graag over randgebieden zoals noma, weten schappe - lijke fraude, het werk van M.C. Escher, zeehondenbeten en ook over medisch historische onderwerpen. Hij was hoofd re dac teur van het in 1994 opschudding verwekkende en dus volledig uitver kochte Nieuw Tijdschrift voor Geneeskunst. Experimenteren bij het leven beschrijft de ‘rise and fall’ geschiedenis van een dynamische onderzoeksafdeling in het academische ziekenhuis van Groningen. De afdeling ontstond in de jaren vijftig van de vorige eeuw bij de ontwikkeling van de eerste Nederlandse hart-longmachine, die op 8 mei 1957 klinisch in gebruik kwam. Het onderzoek richtte zich in het daarop volgende decennium op de ontwikkeling van een pacemaker, operatietechnieken voor hartischemie en longtransplantatie, waarna in de welvarende jaren zeventig de onderzoeks - lijnen uitbundig uitwaaierden naar biomaterialen, kunstorganen, hematologisch onderzoek bij hart-longmachines en meer basaal wetenschappelijk onderzoek. Economische crisis en overheidsbezuinigingen in de jaren tachtig maakten dat aan de onstuimige groei van het onderzoek een einde kwam en tenslotte indirect ook van de afdeling experimentele chirurgie zelf.