Uitgelezen

Stel, je wordt geconfronteerd met een groot mens. Hij maakt je duidelijk wie god is, wat god voor je zou kunnen betekenen, en hoe dat je leven zou moeten beïnvloeden. Hoe verwoord je dat? Hoe zorg je ervoor dat ook een ander daardoor wordt geraakt dat zijn de vragen waar Marcus, een eerste evangelist, voor stond. Hij wilde uitdrukken wat hij in Jezus van Nazareth ervaren had. Hij was de eerste die dit deed in de vorm van een evangelie, een mengvorm van biografie en boodschap. Hij selecteerde uit het leven van Jezus bepaalde hoogte punten, en presenteerde die als een opeenvolgend geheel. Zo sterk is deze samenhang dat wij er als lezers niet meer onderuit komen: als we aan Jezus denken, doen we dat via deze vormgeving van Marcus. De woorden en de taal van Marcus zijn het voertuig van ons geloof geworden. De andere drie evangelisten - Mattheüs, Lucas en Johannes - lieten zich inspireren door het voorbeeld van Marcus. Maar zij legden eigen accenten in hun weergave van het leven en de boodschap van Jezus. Zij hadden hun eigen publiek waarvoor ze schreven. Soms waren het mensen die binnen de joodse traditie stonden, soms leefden ze in de Griekse of de Romeinse cultuur. In hun eigen context brachten de evangelisten hun ideeën onder woorden.