Onderweg

Vijf doopsgezinde predikanten (vier vrouwen en een man) hebben in het kader van het jubileumjaar 2011 het boek Onderweg. Reisgids spiritualiteit samengesteld. Daarin willen ze aansluiten bij de ervaring van het goddelijke of bovennatuurlijke. Het werkboek, een beschrijving van hun ontdekkingsreis, is een uitnodiging aan de lezer om zelf op (spirituele) ontdekkingsreis te gaan. Het boek wordt op 18 september gepresenteerd tijdens het jubileumweekeinde van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, dat in Elspeet plaatsvindt. “We willen niet belerend doen, we willen niets voorschrijven, maar onderzoekend bezig zijn en onze ervaringen zo opschrijven dat die ook verstaanbaar zijn voor mensen zonder kerkelijke achtergrond. Als degelijk opgeleide predikanten moeten we bekennen dat we eigenlijk niets van God weten, althans niet op een rationele manier. Wel op een intuïtieve wijze: we voelen allen een diepe innerlijke ervaring van God”, aldus de vijf predikanten in het Voorwoord. Marion Bruggen, Geert Brüsewitz, Christine Schlette en Jeanet van Woerden schreven een tekst; van Renata Bernard zijn foto’s opgenomen. De vier teksten zijn op dezelfde manier opgesteld. Eerst een persoonlijke insteek als vertrekpunt. Daarna de vindplaatsen, de plekken waar inspiratie is opgedaan, waar God of het goddelijke is gaan leven. Onderweg kom je altijd wel reisgenoten tegen, mensen die met hetzelfde bezig zijn of teksten die je wat doen. Tenslotte oefeningen om wat je gezien en geleerd hebt, te verankeren. De gids begint met een bijdrage over de wortels van wat ‘doperse’ spiritualiteit zou kunnen zijn. Na elke bijdrage zijn er enkele bladzijden om eigen belevenissen op te schrijven. Behalve het werkboek is er ook een website www.spiritualiteitonderweg.nl voor verdere informatie en tips. Verder is er een Facebookgroep (Spiritualiteit Onderweg) om met elkaar in gesprek te komen of filmpjes, foto’s, ervaringen of links te delen. “Spiritualiteit heeft voor mij meer te maken met het hart dan met het hoofd”, schrijft Jeanet van Woerden in haar bijdrage. “In een leven lang bezig zijn met theologie, met preken maken, bijbelkringen leiden en gesprekken met mensen, heb ik geloofsinzichten verworven. Ze zijn het gereedschap waarmee ik als dominee in een gemeente mijn werk doe. Hier is vooral het ‘hoofd’ aan het werk. Wat versta ik onder het containerbegrip spiritualiteit? Ik vind het een mooi woord. Ik proef beweging en ruimte in dat woord.” Renata Barnard (1951) werkte in het volwassenenonderwijs, was marionettenspeelster en was predikant in de Doopsgezinde Gemeente Utrecht. Beelden en woorden zijn voor haar heel belangrijk; de laatste jaren fotografeert zij veel en graag. In haar bijdrage Beeldmeditatie laat zij zich inspireren door het alledaagse, de natuur, mensen zomaar onderweg. Marion Bruggen (1958) was veertien jaar gemeentepredikant. Nu is zij predikant in dienst van zeven doopsgezinde vakantiehuizen en conferentieoorden, waaronder Mennorode in Elspeet. Verder organiseert zij retraites en begeleidt zij als coach predikanten. Zij voelt zich thuis bij een beeldvorming over God die iedere keer weer bij ‘het lege midden’ uitkomt en daarvandaan vertrekt. Geert Brüsewitz (1957) is al ruim een kwart eeuw predikant, tegenwoordig in Groningen, waar hij ook betrokken is bij het oecumenisch Studentenwerk Gsp. Sinds zijn studie heeft de spirituele kant van het doperdom en het belang ervan voor deze tijd hem beziggehouden. Hij deelt met de lezer zijn fascinatie voor de doperse leider Hans Denck (1495-1532) die het over het ‘innerlijk woord’ had. Christine Schlette (1958) is predikant bij de Doopsgezinde Gemeente Haarlem. Zij heeft speciale belangstelling voor de pastorale en mystagogische kant van het werk, namelijk de geestelijke begeleiding van mensen op hun weg naar God. Zij is in haar bijdrage op zoek naar het bijbelse in het wereldse; ervaringen onder meer bij het kijken naar een film, die een toegang kunnen zijn tot de verhalen over God. Jeanet van Woerden (1948) was predikante in de Remonstrantse Gemeente Nieuwkoop en de Doopsgezinde Gemeenten in Rotterdam en Amsterdam. Haar hart gaat uit naar de taal van verbeelding in oude geschriften als de bijbel maar ook in moderne literatuur, in het bijzonder in de taal van dichters. In haar bijdrage schrijft zij dat het lezen van de dagboeken van Etty Hillesum bij haar een proces op gang bracht van bewustwording van de eigen binnenkant.