Omnibus

Deel I: De Rijnmonders (1850-1890) Maartje is een rijke redersdochter, die woont in een van onze kustplaatsen. Ze is een knap meisje en later een mooie, lieve vrouw is niet opstandig, ook al verliest zij door dorpse bekrompenheid de jongen op wie zij verliefd werd. Maar hij verafschuwt de dorpsgemeenschap en vertrekt naar streken waar het bestaan minder beklemmend is. Pas wanneer Maartje moeder is van een groot en gelukkig gezin keert hij terug. Deel II: Springvloed (1890-1915) Het dorp verliest langzaam maar zeker zijn beslotenheid. In deze veranderende samenleving groeien de kinderen van Maartje van der Duyn naar de volwassenheid. Vage uitlatingen en toespelingen, waarvan deze kinderen het rechte niet kunnen vatten, raken aan het geheim, dat op de achtergrond van hun moeders leven staat. Beklemd vraagt Maartje zich af of zij nog langer zwijgen mag. Tot er onverhoeds een woord van een buitenstaander valt. Dan geeft Maartje haar geheim prijs. dit werkt bevrijdend voor haarzelf, maar roept een springvloed uiteenlopende gevoelens bij haar kinderen wakker. Deel III: Dreigende Branding (1915-1948) Maatschappelijke veranderingen breken zich baan, ook in het dorp aan de Noordzee. De eerste wereldoorlog en de tweede wereldoorlog vinden plaats. Veel leed is Maartjes deel als haar kinderen zich een eigen levensweg kiezen en haar jongste zoon haar door de ontvalt. Maar wat er ook verder om haar heen verandert, onaantastbaar blijft de herinnering aan haar jeugdliefde, die haar wezen doorstraalt. Op hoge leeftijd ziet zij Arend weer. Dan heeft zij alles wat zij wenst. Het leven mag haar nu genomen worden.