Narcopolis

Jeet Thayil's briljante debuutroman ondermijnt de literaire tradities waar de Indiase roman bekend om staat volkomen, en keert ze binnenste buiten. Dit is een boek over drugs, seks, dood, perversie, verslaving, liefde en God, en heeft inhoudelijk meer gemeen met het werk van William S. Burroughs of Baudelaire dan met dat van de bekende literaire grootheden van het subcontinent. Bovenal is het een fantastisch portret van een mooie en verdoemde generatie in een land dat op het punt staat zijn ziel te verkopen. Geschreven in Thayil's poëtische en aangrijpende proza schetst Narcopolis de evolutie van een grote en gebroken metropool. Het verhaal van Narcopolis begint eind jaren zeventig in Bombay, als de verteller vanuit New York aankomt en gebiologeerd raakt door de onderwereld van de stad, in het bijzonder een opiumkit en aanpalend bordeel. Een cast van onvergetelijk gedegenereerde en onweerstaanbare personages bezoekt het etablissement of werkt daar, waaronder Dimple, de eunuch die pijpen maakt in de opiumkit; Rumi, de kantoorklerk en echtgenoot wiens verslaving geweld is; Newton Xavier, de gevierde schilder die naar bewondering hunkert, maar die ook afwijst; Mr. Lee, de Chinese vluchteling en zakenman; en een cast van dichters, prostituees, pooiers en gangsters. In de daaropvolgende decennia ondergaat Bombay een gedaanteverwisseling: de opium maakt plaats voor heroïne uit Pakistan en de onderwereld wordt steeds rauwer. De bewoners van die onderwereld gebruiken seks nog steeds voor hun primaire ontspanning, maar het stadse geweld op krediet en de leveranciers ervan zijn van de randen naar het middelpunt van hun levens verhuist. Toch blijft Dimple, ondanks de somberheid van haar omgeving, zoeken naar schoonheid in de film, in pulp magazines, in de kerk en in haar nieuwe identiteit, waarin ze een boerka draagt. Na een lange afwezigheid keert de verteller in 2004 terug in een heel ander Bombay. Vrijwel iedereen die hij kende is verdwenen, maar de passie die hij voor hen en voor de stad voelt is zonneklaar. Jeet Thayil (1959) is Indiër. Als dichter bracht hij verschillende bundels uit, en Narcopolis, de roman. Als librettist schreef hij de tekst voor een opera. Hiernaast is hij muzikant, redacteur en journalist.