• Voor 15:00 besteld, dezelfde werkdag verzonden
  • Gratis verzending vanaf €40,- of 4 boeken
  • Alle boeken met zorg gecontroleerd

Kunstenaars van de kultuurkamer

geschiedenis en herinnering
Maak tweedehands je eerste keus
  • Alle boeken zijn met de hand gecontroleerd
  • 30 dagen retourgarantie 
  • Gratis verzending vanaf 4 boeken of 40 euro
  • Op werkdagen voor 15:00 besteld, dezelfde dag verzonden
nog 1 op voorraad

40,04

Hoe tweedehands wil je het hebben?
Kunstenaars van de kultuurkamer
Kunstenaars van de kultuurkamer
Als nieuw
40,04
ISBN
9789035140615
Bindwijze
Paperback
Taal
Nederlands
Uitgeverij
Prometheus, Uitgeverij
Jaar van uitgifte
2014
Aantal pagina’s
400

Waar gaat het over?

Weinig begrippenparen hebben een grotere impact gehad op de Nederlandse naoorlogse geschiedenis dan 'goed' en 'fout'. Ook in de kunstwereld was dat merkbaar. Kunstenaars die gecollaboreerd hadden met de bezetter, raakten na de oorlog uit de gratie. Hetzelfde gold voor hun werk.Kunstenaars van de Kultuurkamer vertelt het verhaal van beeldend kunstenaars die bekendstonden als 'fout'. Het beschrijft hun collaboratie, hun naoorlogse zuivering, hun pogingen om hun oude faam te herwinnen en hun postume waardering. Waarom lukte het schilder Pyke Koch om terug te komen, terwijl bijna niemand vandaag de dag beeldhouwer Johan Polet nog kent?Maar het boek is meer dan alleen een nauwgezet en boeiend relaas van een weinig beschreven en omstreden aspect van de Nederlandse (kunst)geschiedenis. Het laat zien hoe en waarom groepen mensen herinneren en vergeten. Het maakt duidelijk hoe en waarom de oorlog _ met een verwijzing naar Leo Vroman _ niet is verdwenen. En het toont de wisselwerking tussen herinnering, identiteit en de kunsthistorische canon.Claartje Wesselink studeerde Engels en filosofie in Amsterdam en Berlijn. Ze is universitair docent bij de vakgroep cultuurgeschiedenis van Europa aan de Universiteit van Amsterdam. Kunstenaars van de Kultuurkamer is gebaseerd op haar proefschrift.'Jan Engelman verwoordde de heersende verweving van beeldtaal en politieke inhoud heel precies. Progressieve kunst, schreef hij in 1949 in De Groene Amsterdammer, stond voor "vrij van traditie, welke traditie dan ook; vrij van individueele gevoelens (...); sterk gestyleerd, abstract, voorstellingsloos, geneigd tot de nieuwe holbewoning". Niet-progressief was gekoppeld aan "reactionnair, behoudziek, drie dimensionaal, klassiek of klassicistisch, burgerlijk en natuurlijk fascistisch". Het onderscheid was volgens hem "een der belachelijkste dingen in het hedendaagsche leven der beeldende kunst". Niettemin kon de kunstliefhebber zich daar niet aan onttrekken "als men te Amsterdam musea en koffiehuizen bezoekt of op de tentoonstelling in het landgoed Sonsbeek langs de gazons loopt". Kortom, het publiek sprak erover.'
Lees verder

Recensies

0 recensies