Geschiedenis v d wijsbegeerte 14

Deze laatste uitgave van GvW bevat een aantal duidelijk onderscheiden thema's. Het blad opent met zes bijdragen waarin ingegaan wordt op de doorwerking van het Middeleeuwse denken in de zeventiende-eeuwse filosofie en theologie. Daarbij worden zowel vertegenwoordigers van de 'oude' filosofie - Gomarus, Boetius en Schoock - als een representant van de nieuwe wijsbegeerte - Geulincx - gesproken. De meeste van artikelen zijn als lezing gehouden op een symposium dat op 14 en 15 december 2001 in het Ariënsconvikt te Utrecht, georganiseerd ter gelegenheid van het vijfde lustrum van Medium Aevum, een vereniging die zich bezighoudt met onderwijs en onderzoek op het gebied van de middeleeuwse wijsbegeerte. Om uiteenlopende redenen konden hier niet alle lezingen afgedrukt worden. Een volgend cluster van drie artikelen is rond Frans Hemsterhuis gecentreerd. Jacob van Sluis vestigt de aandacht op een roofdruk van Lettre sur l'homme et ses rapports, recentelijk door Tresoar (Provinciale Bibliotheek) te Leeuwarden aangekocht. Marcel Fresco schreef twee artikelen die voortvloeien uit zijn editie van een selectie uit Hemsterhuis' correspondentie: een over de Griekse inborst van de 'Bataafse Socrates' en een over Daphne. De derde groep artikelen richt zich op de vroege Nietzsche-receptie in Nederland. Ruben Buys beschrijft het eigenaardige oeuvre van 'god-nar' Abraham van Stolk. De Nietzsche-receptie bij geschiedkundigen als Huizinga, Bussemaker en Colenbrander staat centraal in de bijdrage van Wouter Beekers. Petros Samara, tenslotte, richt zich op de receptie van Nietzsche in Nederland tussen 1890 en 1914. En tenslotte blijven nog een aantal losse artikelen over. Allereerst vindt u de tekst van de lezing die Jonathan Israel voor het Erasmus Center for Early Modern Studies (EUR) hield over de complexe relatie tussen het socinianisme en het project van de radicale Verlichting. Jacob van Sluis presenteert een tweetal disputaties die onder Pierre Bayle werden verdedigd, voorzien van vertaling en inleiding. Arthur Weststeijn beschrijft de Nederlandse activiteiten van Otto Neurath in het decennium voor de Tweede Wereldoorlog en Karel Eisses draagt zorg voor een vervolg op een artikel dat in 1993 in dit blad is verschenen van de hand van D. Grit over de Kierkegaardreceptie in Nederland. Dit breed palet van artikelen geeft gestalte aan het ideaal van Michael Petry van een geschiedenis van de wijsbegeerte dat vier periodes - Middeleeuwen, Renaissance, Verlichting en Moderne tijd - omspant.