De schildpadden

Aan boord van de brik De Roos van Mabé vaart een ongewone lading over de Indische Oceaan: een aantal reuzenschildpadden, op het dek bijeengezet in een omheinde ruimte. Ze moeten de aandacht afleiden van de man die heimelijk tegelijk met de dieren aan boord is gehesen. Hij is ontvoerd omdat de kapitein van de brik hem gegevens wil ontfutselen over de verborgen buit van een in hun jonge jaren gepleegde roof. De bemanningsleden zijn aanvankelijk uitgelaten, want ze zullen mogen delen in de buit. Maar de angst slaat toe als ook de dood op het schip blijkt rond te dwalen: toen ze met de schildpadden van de Seychellen vertrokken heerste daar een pokkenepidemie. De eerste bij wie de symptomen worden gesignaleerd wordt nog voor hij goed en wel dood is in zee gegooid. Maar dit offer brengt niet de gewenste verlossing. In plaats daarvan groeit de paniek en ontaardt de zeereis in een spooktocht. Er broeit muiterij. Ook de gevangene sterft aan pokken, zonder zijn kostbare informatie te hebben prijsgegeven. De felle zon doet de grens tussen werkelijkheid en hallucinatie steeds verder vervagen... In dit relaas van een bizarre en wanhopige zeereis klinkt een klacht door om de wanhoop van het menselijk bestaan, uitgedrukt in felle, schrijnende taal.