De reisgenoten

De hobbit Frodo heeft de Balingshoek en de magisch ring van zijn oom Bilbo Balings geërfd. Als Gandalf, de tovenaar, op bezoek komt, blijkt de ring gevaarlijker te zijn dan Frodo aanvankelijk ooit had kunnen denken. Duistere krachten zijn ernaar op zoek en als ze de ring vinden kan dit gevolgen hebben voor heel Midden-aarde. Samen met de hobbits Pepijn, Merijn en Sam gaat Frodo op weg naar het Laatste Huiselijke Huis voor beraad over de ring. Onderweg worden ze belaagd door Zwarte Ruiters en sluit de geheimzinnige Stapper zich bij hen aan. In het Laatste Huiselijke Huis aangekomen, wordt besloten dat de ring vernietigd moet worden in het vuur waarin hij is gesmeed: de Doemberg middenin het duister land Mordor. Het reisgezelschap gaat met Gimli de Dwerg, Legolas de Elf en de mens Boromir van Gondor op weg om hun missie te vervullen. Voor hen ligt een gevaarlijke tocht. John Ronald Reuel Tolkien (1892-1973) werd in Bloemfontein in de toenmalige Engelse kolonie Zuid-Afrika geboren. Talen en mythen wareb zijn grote passie, en in stilte begon hij aan het scheppen van een mythische wereld. De Hobbit, dat in 1937 voor het eerst verscheen en dat ooit was begonnen als een verhaal voor zijn kinderen, speelde nog niet in deze mythische wereld. Het vervolg erop,waar de uitgever om vroeg, wel. Tolkien werd erdoor gegrepen: het boek werd dan ook dikker en dikker, en de publicatie werd steeds uitgesteld. Uiteindelijk kwamen in 1954 het eerste en tweede boek van In de ban van de ring uit. Een jaar later volgde het derde deel.