De excentriciteit van het wiel

'In de spreiding van kennis en techniek is de mensheid altijd één geweest.' Met die constatering relativeert de vermaarde Amerikaanse historicus William H. McNeill het nu wijdverbreide idee dat 'globalisering' iets heel nieuws zou zijn. Met zijn werk heeft hij bewezen dat de wereld als geheel, en de mensheid, een meer geëigend en vruchtbaarder kader voor historisch onderzoek bieden dan nationale staten of afzonderlijke beschavingen. Samenlevingen leren van elkaar, ook door onderlinge strijd. In Dr cxcentriciteit van het wiel zijn juist die essays bijeengebracht die een uitstekende indruk geven van het belang en de kwaliteit van McNeills studie en ontwikkeling van de wereldgeschiedenis. Verrassende resultaten blijken uit stukken over uiteenlopende onderwerpen als migratie, fundamentalisme en het wiel. Een tweede categorie - meer programmatische - essays richt zich op de betekenis van wereldgeschiedenis voor historisch onderzoek en onderwijs. Ten slotte is een aantal kritische beschouwingen opgenomen over andere auteurs die zich niet wereldgeschiedenis hebben beziggehouden, zoals Toynbee en Wallerstein. De excentriciteit van het wiel toont niet alleen het indrukwekkende bereik van McNeills visie, maar ook zijn veelzijdige belangstelling, en de helderheid waarmee hij veelomvattende problemen uiteen weet te zetten. Ter gelegenheid van de uitreiking van de Praemium Erasmianum aan McNeill werd De excentriciteit van het wiel samengesteld door J. Goudsblom en G. van Benthem van den Bergh.