Ik was een spionne - mysterieuze spionageverhaal van martha cnockaert

Martha Cnockaert is het derde kind van zeven in het gezin van Felix Cnockaert, landbouwer, en Marie-Louise Vanoplinus, eigenaar van een kruidenierswinkel te Westrozebeke. Ze ging tot haar veertien jaar naar de school te Westrozebeke. Toen de oorlog uitbrak volgde Cnockaert een opleiding geneeskunde aan de Universiteit van Gent. Gedurende de oorlog werd ze in haar dorp in een Duitse ziekenboeg geplaatst. Voor haar medische zorgen ontving zij hiervoor het IJzeren Kruis. Toen zij later aan het ziekenhuis te Roeselare werd toegewezen kwam ze in contact met haar vroeger buurmeisje en Britse spionne. Onder de codenaam "Laura" gaf ze eveneens informatie door aan de Britten. Cnockaert ontdekte ook een bestaande kelder en tunnel onder een Duits munitiedepot en blies dit depot op met dynamiet. Tijdens het plaatsen verloor ze haar uurwerk waar haar initialen in stonden en werd hierdoor ontmaskerd. Voor deze daad werd ze in november 1916 veroordeeld door de Duitsers tot de doodstraf die door haar IJzeren Kruis omgezet werd tot levenslang. Ze verbleef twee jaar in de gevangenis van Gent. Ze kreeg daarvoor van Groot-Brittannië een Mentioned in dispatches op 8 november 1918 en van Frankrijk de Legioen van Eer-medaille. Na de oorlog huwde ze met de Ier John McKenna en woonde enige tijd in het Verenigd Koninkrijk. Cnockaert schreef eerst het boek "I was a Spy" in 1932 over haar wedervaren als spionne onder de naam van haar man.