WERKBOEK WERKCONFERENTIES DR 3

Werkconferenties zijn een steeds vaker gebruikt instrument bij organisatieverandering. In een aparte context en op een speciale manier worden relevante vraagstukken die in een organisatie spelen aan de orde gesteld. Het is de kracht van conferenties om in cen eelatief korte tijd concrete resultaten te boeken. Werkboek werkconferenties behandelt ‘concepten en recepten’ om de kracht van dit instrument zo goed mogelijk te benutten en manieren om conferenties een specifiek, op verandering gericht, karakter te geven. Het geeft een overzicht van een aantal conferentietypen die afhankelijk zijn van de aard van het veranderingsproces. In het boek beschrijven de auteurs ook hoe een werkconferentie ontworpen kan worden. Zij doen dit vanuit hun eigen ervaring als adviseur. Werkboek werkconferenties geeft een uitgebreid overzicht van praktische werkvormen en ordeningstechnieken die een conferentieleider ter beschikking staan. Het boek is primair geschreven voor adviseurs en stafmedewerkers die een rol spelen in het voorbereiden, ontwerpen en leiden van werkconferenties en voor diegenen die zich door hun studie op een dergelijke positie voorbereiden. In 1994 brachten we de eerste versie uit van ons boek over werkconferenties. We schreven het vooral vanuit onze eigen ervaring met werkconferenties als veranderingsinstrument. Wat we probeerden, was onze eigen ervaring te ordenen en te conceptualiseren en daarmee toegankelijk te maken voor andere adviseurs. Na het uitbrengen van het boek hebben we zeer veel workshops gegeven om adviseurs te ondersteunen bij hun gebruik van dit veranderingsinstrument. Niet alleen hebben we daar zelf veel plezier aan beleefd (en de deelnemers ook, naar hun zeggen), de dialoog met collega-adviseurs heeft ons ook geholpen om op onderdelen tot wat andere inzichten te komen, dan wel scherper te formuleren wat we bedoelen. Ook via andere kanalen hebben we met collega’s kunnen spreken over onze opvattingen en benaderingen. Daarnaast hebben we kennis kunnen nemen van literatuur waarin anderen hun ideeën en praktijkervaringen hebben beschreven over het werken met conferenties en de inrichting ervan. Op een dergelijke dialoog hadden we wel gehoopt toen we ons boek in 1994 uitbrachten, en dat het er ook van gekomen is geeft ons veel voldoening. Het sterkt ons in het idee dat het als adviesbureau naar buiten brengen van methoden en werkwijzen niet alleen goed kan zijn voor anderen in het veld, maar zeker ook voor onszelf. Gesprekken over ons boek met collega’s hebben ons denken over de kracht van conferenties verder gebracht. Met name van interne adviseurs die deelnamen aan de trainingen die we op basis van ons boek verzorgen, leerden we hoe weerbarstig de context waarin zij opereren en de effecten daarvan op de resultaten van de conferentie kunnen zijn. We gaan om die reden in deze druk wat dieper in op het begrip context en de rol die de context speelt in het ontwerp van de conferentie. Ook hebben we, zowel in de tekst als op de omslag, het schaakspel als metafoor voor werkconferenties laten vallen. We merkten dat velen ons denken over werkconferenties inatrumon teler opvatten dan we het bedoelden. Een conferentie is In onze ngen ne alleen een schaakbord waarop door middel van een uitgekiende etrate een resultaat bereikt kan worden, maar ook een dansvloer waarop vaard, heid en repertoirekennis belangrijk zijn — en creativiteit en gevoelighe Ì voor omstandigheden nog belangrijker. Uit de workshops kwamen veel vragen over de follow-up van conferentie en over de spannende situaties die zich in conferenties tussen de deel « mers onderling en tussen deelnemers en conferentieleider kunnen von, doen. Om die reden hebben we in deel 3 de hoofdstukken die gaan over de verankering van resultaten in de organisatie en over groepsdynamica st r uitgebreid. De belangrijkste wijzigingen in deel 3 hebben betrekking op de ordening en achtergronden van de gepresenteerde werkvormen. Ook voegden we een aantal werkvormen toe. Ten slotte hebben we in een addendum een aanul specifieke conferentietypen belicht, met name grote conferenties, beleids. conferenties en nog enkele andere, zoals de ‘zoek-conferentie’ uit de Ame rikaans/Australische praktijk. Het zal al met al duidelijk zijn dat ook het gedachtegoed in deze derde druk niet exclusief van onszelf is. Wij zijn gedrieën verbonden aan De Galan à Voigt, adviseurs voor organisatieontwikkeling. Veel van wat in dit boek staat is ontleend aan wat je het geheugen van ons bureau zou kunnen noe. men. Onze collega’s hebben ons dan ook zeer geholpen door inzichten ter beschikking te stellen die ontleend zijn aan hun ervaring. Daarnaast zm ook anderen zo goed geweest ons te helpen de ‘concepten en recepten te verbeteren. Heleen Bruining heeft ons geholpen met kritisch commenuar Ans Rigter heeft weer de teksten verwerkt en ons samen met Lenie van Zaanen trachten te behoeden voor slordig taalgebruik. De cartoons zijn nog steeds van Sevrin de Vries. We danken ook u W.A.G. Döbken en ir. W. de Boer van de Nederlandse Spoorwegen voor but toestemming om de Ns-case in paragraaf 10.5 te mogen opnemen. Adrie van den Berge Lex de Boer Harry Klootwijk