Op gezang en vlees belust

Toen Jan Engelman (dichter, journalist en criticus) zeventig werd, dichtte A. Roland Hols hem toe: 'Manbaar was hij en op gezang en vlees belust/en voor geen tegenslag bevreesd.' Geen woord hiervan is overdreven. De katholieke Engelman was een bon-vivant en een charmeur, die zijn leven wijdde aan de kunst. Hij ging om en correspondeerde met mannen als Marsman (zijn beste vriend), Du Perron, Ter Braak, Nijhoff en de schilder Pyke Koch. Zijn poëziebundel 'Tuin van Eros' behoort tot de klassieken van de Nederlandse literatuur. Voor zijn oeuvre ontving hij de Constantijn Huygensprijs. Ook was hij medeoprichter van het katholieke literaire tijdschrift 'De Gemeenschap', bijna 35 jaar verbonden aan het dagblad 'De Tijd' en jarenlang voorzitter van het Utrechtse Genootschap Kunstliefde. Een veelzijdig intellectueel, voor wie schoonheid alles was. De stedenbouwkundige plannen die tot de bouw van Hoog Catharijne leidden, maakten hem dan ook zo woedend, dat hij een felle strijd aanging met het stadsbestuur van Utrecht. Een man kortom, met een fascinerende levensloop. 'Op gezang en vlees belust' is het allereerste boek over Jan Engelman dat na zijn dood is verschenen. Ook door de vele tekeningen, foto's en vermakelijke anekdotes is 'Op gezang en vlees belust' een indrukwekkend tijdsdocument.