Kleine wijsgerige ethiek 2e dr

De hier geboden beschouwing op het gebied van de wijsgerige ethiek veronderstelt geen kennis van de filosofie of van haar geschiedenis. Zij is bestemd voor allen die in ethische vraagstukken belang stellen, en zou daarbij wellicht ook in de sfeer van het onderwijs kunnen worden gebruikt. Daar kan dit boek een rol spelen in de propaedeutische fase van de studie der wijsbegeerte, maar vooral ais bijvakstof in verschillende andere studierichtingen op het gebied van het wetenschappelijk onderwijs en het hoger beroepsonderwijs. Het is geen monografie, die zich tot een enkel onderwerp of een enkele aanpak beperkt. Getracht is veeleer een overzicht te geven van wat er op dit gebied zoal te koop is. Hoewel daarbij tevens gepoogd is enig historisch perspectief te bieden, is de rangschikking van de stof in hoofdzaak systematisch. Twee van de draden die door het boek lopen, de ethologische en de taalanalytische, lijken op het eerste gezicht moeilijk tot een snoer te vlechten. Toch kunnen ze in de ethiek geen van beide worden gemist. De mens vertoont de trekken van een animal sociale, als bekend uit de ethologie, maar de spraakdimensie maakt daarvan een animal morale. Hij is een dier met een kop erop, dat raadsels opgeeft. Oedipus kon de sfinx pas overwinnen door zich in haar raadsel te herkennen.