Kind 44

Het is 1953. Dictator Jozef Stalin houdt de Sovjet-Unie in een ijzeren greep en iemand vermoordt kinderen. Het ene lichaam na het andere wordt gevonden. Maar in Stalins arbeidersparadijs zijn zulke misdaden onmogelijk. Er bestaan alleen politieke misdaden. Wie alleen al denkt dat een Sovjetburger tot al die moorden in staat is, pleegt een misdaad en kan de kogel krijgen, of sterft een tergend langzame dood in de goelags. Voor de dood van de kinderen is een altijd een logische verklaring: het was een ongeluk, het waren buitenlandse agenten of zwervers – dossier gesloten. Leo Demidov is een jonge, ambitieuze en toegewijde officier van de meedogenloze geheime dienst. Bij hem is nooit een spoor van twijfel aan de officiële lijn van de Communistische Partij. Als het lichaam van Arkady Andreev wordt gevonden, moet hij naar de ouders van de jongen om ze te vertellen dat de dood van hun zoon een ongeluk was. Maar zij zijn ervan overtuigd dat Arkady is vermoord. Een lichte twijfel slaat toe bij Demidov. Zijn vijanden binnen de muren van de Lubyanka, het hoofdkwartier van de geheime dienst, ruiken bloed en chanteren hem. Leo moet zijn loyaliteit aan de Partij bewijzen maar dat kan alleen als hij zijn vrouw Raisa verraadt. Demidov kiest voor Raisa. Zijn carrière raakt op een dood spoor. Hij wordt gedegradeerd en overgeplaatst naar een stadje diep in de Oeral. Intussen gaan de kindermoorden door. Het lijkt erop dat ze Demidov volgen, dat ze op de een of andere manier met hem te maken hebben. Leo beseft dat hij de moordenaar van al die kinderen, wie het ook is, moet stoppen. Voor hij zelf wordt vermoord. Maar hoe doe je dat, een onmogelijke misdaad oplossen?