Isjara

Jeugd in Aké is een autobiografie. Met rake streken schildert Soyinka de dagen van zijn jeugd. Zijn moeder is een 'hartstochtelijk verzamelaarster van loslopende kinderen' en wordt steeds meer betrokken bij de opkomende militante vrouwenbeweging in Aké. Zijn vader is schoolhoofd en besteedt bijna al zijn tijd aan het lezen van boeken, maar drukt ondertussen duidelijk zijn stem pel op het huishouden. Het ontbreekt er nooit aan verwanten, aanhang, drukte en schandaaltjes. Tradities en moderne gewoonten treffen, elkaar hier zonder al te veel problemen. De kinderen luisteren gespannen naar moeders verhalen over de ontmoeting van een oom met een bosgeest en terwijl de elektriciteit wordt aangelegd, bekvechten zij opgewonden over de vraag of er nu ook Engelssprekende geesten zijn. Nieuwsgierig beweegt de kleine Wole zich in deze wereld, stelt onvermoeibaar vragen, leest boeken en laat ons binnen in de rijkdom van het Afrikaanse familieleven, waar het verleden en het heden zich op dezelfde dag afspelen. Wole Soyinka is in 1934 geboren in Abeokuta, Nigeria. Hij studeerde te Ibadan en later aan de universiteit van Leeds. Hij was docent Engels in Londen en als auteur verbonden aan het Royal Court Theatre. Soyinka schrijft in het Engels. Hij is allereerst de auteur van toneelstukken — in veel opzichten 'totaal-theater' — maar ook van poëzie en proza. Zijn thema is vooral het conflict tussen het traditionele Afrika en de meer moderne levensvormen. De politiek heeft hem niet onberoerd gelaten. Zijn stellingname tegen verkiezingscorruptie en tegen de Biafraanse oorlog (1967f bezorgde hem enkele jaren gevangenisstraf. Uit aantekeningen over die tijd groeide het in 1971 gepubliceerde boek The Man Died, enkele jaren later gevolgd door de belangrijke roman Season of Anomy, waarin elementen van de Orpheus-sage kundig verweven zijn met oude Afrikaanse mythen en symbolen. In 1981 verscheen Aké. The Years of Childhood.