In den vreemde

'Mij is in de Duitse literatuur niemand bekend die zo pijnlijk helder het ontstaan en doorgeven van ( ... ) macht en onderdrukking beschrijft, 'schreef de Neue Rheinzeitung over Mitgutsch' succesvolle debuut Het land van de geslagen kinderen. Pijnlijk en helder: dat had ook gezegd kunnen zijn over deze vierde roman van Waltraud Anna Mitgutsch, die de dwingende suggestiviteit van haar schrijverschap bevestigt. In In den vreemde vertelt Mitgutsch het verhaal van een vrouw die na 16 jaar huwelijk man en kinderen verlaat om een eigen leven te beginnen in het land waar ze geboren is, het land waarvan ze de taal spreekt. Steeds sterker had Lillian in die 16 jaar gevoeld dat ze er niet bij hoorde, dat ze vreemd was. Nu zit ze in het vliegtuig en acht uur lang, zwevend tussen twee continenten, denkt ze na over verleden en toekomst: wat zal er gebeuren als er daar waar ze heen reist geen toekomst voor haar is? Ze heeft een vaag vermoeden dat prompt bevestigd wordt: ze is ook daar waar ze vandaan komt een vreemde geworden. Waltraud Anna Mitgutsch analyseert uiterst fijngevoelig een alom verbreid levensgevoel: een gevoel van vreemd zijn en onzekerheid, ondanks of juist door de grote mobiliteit. Het is een verhaal van wanhoop, van desoriëntatie en ontworteld zijn. En tegelijkertijd een verhaal van liefde en haat.