Ik laat u niet gaan, tenzij gij mij zegent

Drewermann is van mening dat de inspanningen van theologen gedurende de laatste decennia wel de kennis over de bijbel hebben vermeerderd, maar de religieuze belangstelling hebben geschaad. Met zijn overwegingen bij de bijbel wil hij de mensen aanspreken op hun 'laatste restje religieuze interesse'. Daarbij heeft hij voor ogen: 'Slechts om niemand alleen te laten met zijn twijfels en angsten, uitzichtloosheid en afgronden, hoop en dromen, wordt de bijbel hier besproken.' Toen de kerk hem in 1992 zijn bevoegdheid om te preken had afgenomen, zette Drewermann zijn werk als predikant voort. Sindsdien legt hij de geschriften van de bijbel uit voor een breed publiek dat hem op zaterdag beluistert in de aula van een gymnasium in zijn woon- plaats Paderborn. Dit boek is de neerslag van Drewermanns preken over het eerste boek van het Oude Testament. Hij heeft zijn teksten vooral uit de Jahwistische bron gekozen, maar gaat ook in op verhalen van de Elohistische en van de Priester- schrijvers. De overwegingen die Drewermann maakt bij bekende en minder bekende teksten van Genesis, betrekken de mens en zijn situatie bij de religieuze kern van de teksten.