Hoe kunst de wereld maakt

Je kunt een aap leren om met een penseel te schilderen, maar kunst zal hij nooit maken. Het vermogen om onze verbeelding te gebruiken en symbolische beelden te creeren is uniek voor de mens. Maar waarom maken we kunst? Waar komt de behoefte vandaan? Wanneer combineerden we de behendigheid van onze handen met de kracht van onze hersenen en kregen we dat talent om dingen af te beelden? Waarom maakten we 30.000 jaar geleden al kunst, lang voor we het schrift uitvonden? Wat is de impact ervan op ons leven en de wereld? Daar gaat dit schitterende boek over. Over hoe de mens kunst maakt, en hoe kunst de mens maakt. U krijgt daarin een verrassend inzicht van dr. Nigel Spivey, co-auteur van Panorama van de klassieke wereld, dat vorig jaar bij Ludion verscheen. Spivey laat u zien hoe de beelden die George Bush en Tony Blair gebruiken om de verkiezingen te winnen en de touwtjes in handen te houden, duizenden jaren oud zijn. Net als de beelden die u in de bioscoop op het puntje van uw stoel doen zitten. U reist mee naar het tijdperk van Alexander de Grote en ziet hoe afbeeldingen toen al een sterk wapen waren in het politiek arsenaal van grote leiders. U klimt van de advertenties en reclameborden van vandaag naar de tempels van de Grieken en de tomben van de Egyptenaren. En u krijgt het antwoord op de vraag waarom de mens zichzelf altijd omringt met beelden van het menselijk lichaam en waarom die vaak vervormd zijn. U ontdekt hoe kunst heeft gediend om onze angst voor de dood te bezweren. U leert waarom de mens bovennatuurlijke machten als onzichtbaar zag, maar toch probeerde om ze uit te beelden. U volgt dr. Spivey naar Lascaux, Altamira en Chauvet-Pont-d’Arc om daar met een ander oog naar de grotschilderingen te kijken en tot de conclusie te komen dat uw leraar geschiedenis ongelijk had. De kunst kan dan misschien de wereld niet redden, maar ze maakt de wereld wel. Daar zult u na het lezen van dit opmerkelijke boek vast ook van overtuigd zijn.