Goed gebundeld 1999 Nederlandse verhalen van nu

'Ik heb een goed geheugen', zo begint Yvonne Kroonenberg haar verhaal. Het klinkt als iets om blij mee te zijn, maar wie leest over de treurige vriendschap met Greet in haar rolstoel weet daarna beter. Kunnen vergeten is ook wat waard. Dat concludeert Armando in zijn sprookjesachtige vertelling. Toch leiden juist deze persoonlijke herinneringen in Goed gebundeld 1999 tot prachtige verhalen. Of ze nu over voetbal gaan, zoals bij Herman Koch, over het drankgebruik van Martin Bril, of de vriendin van Remco Campert. Joost Zwagerman en Manon Uphoff schrijven over de liefde, maar dan over de liefde, die wringt en maakt, dat je pijn doet. Zelfs kinderen blijken tot gruwelijke daden in staat, als ze in het nauw worden gedreven. Lees maar over de kippenmoord van Jan Siebelink, het oppasdrama van debutant Holtmaat of het straatjongetje Bul. Maar kinderen treft zelden schuld. Dat bewijst het voetbalverhaal van Anna Enquist. Komt het omdat we met keuzes worden opgezadeld, die te groot, te moeilijk zijn? Het is de vraag, die Vonne van der Meer stelt in haar aangrijpende verhaal over de zwangerschap van een jong meisje. En het is misschien dezelfde vraag, die schuilgaat achter alle ontroerende, wrange en meeslepende verhalen in Goed gebundeld 1999.