Feit Fictie Fake ls een gevarieerde bundel journalistieke essays. In zes bijdragen komen de volgende onderwerpen aan bod: de recente geschiedenis van de Nederlandse documentaire, de eerste tien jaar van het IDFA, de verschillende verschijningsvormen van de documentaire, het dubbele karakter van de fake-documentaire, de moeizame relatie tussen bioscoop en tv en de wording van De Groote Postweg. Auteurs: Jos van der Burg, Mark Duursma, Miryam van Lier, Dana Linssen, Frangois Stienen en Annelotte Verhaagen. De conclusie is gemakkelijk getrokken en klinkt dan ook met regelmaat: ‘de documenture ts terug van weggeweest’, Zo'n kreet leidt in eerste instantie tot scepsis. Hoezo weggeweest? Hoezo terug? Maar het is waar. Na een periode waarin documentaires door de onmoepen werden genegeerd en zelden in de bioscoop werden vertoond, is het tij gekeerd. Mede dankzij het succes van het International Documentary Fiimfesurval Amsterdam en de publiciteit rond interessante documentaires in de bioscoop neemt de publieke belangstelling voor de documentaire toe. De documentaire heeft in de jaren negentig haar status als creatief en eigenzinnig filmgenre heroverd. In deze bundel journalistieke essays wordt de huidige stand van zaken van een aantal kanten belicht, waarbij de nadruk ligt op de Nederlandse situatie. Het boek ís in de eerste plaats geschreven voor de ongeveer 5o.ooo mensen die jaarlijks het International Documentary Filmfestival Amsterdam bezoeken. Te denken valt aan professionals die zelf werkzaam zijn in de filmbranche, medewerkers van filmhuizen, bioscopen en andere culturele instellingen, studenten van filmopleidingen en liefhebbers van documentaires. Kortom: Feit — Fictie — Fake is bedoeld om een geïnteresseerd en breed samengesteld publiek te informeren over de actuele ontwikkelingen op het gebied van de documentaire. Het eerste artikel schetst de recente geschiedenis van de Nederlandse documentaire. Na een ongekende bloeiperiode in de jaren vijftig, met kopstukken als Haanstra, Ivens en Van der Horst, boden de jaren zestig en zeventig een heel wat minder florissant beeld. In De Nederlandse documentaire 1970-1997 is beschreven hoe de Nederlandse documentaire uit het dal omhoog is geklommen en waarom Nederlandse documentairemakers anno 1997 op internationaal niveau weer meetellen. Het genre van de documentaire laat zich moeilijk vangen in een eenduidige omschrijving. Sinds het begin van de cinema, nuaim honderd jaar geleden, hebben documentairermakers, misschien nog wel meer dan speelfilmregisseurs, geëxperimenteerd met stijlen, technieken en verhaalstructuren. In het artikel De documentaire methode worden de belangrijkste ontwikkelingen en stromingen naast elkaar gezet. Een fenomeen dat de laatste jaren binnen de wereld van de documentaire voor veel opschudding heeft gezorgd is de fake-documentaire. De grenzen tussen werkelijkheid en fictie en tussen speelfilm en documentaire lijken in het postmoderne tijdperk definitief verdwenen. In het artikel Het fenomeen fake worden, mede aan de hand van de documentaire Relics - Einstein's brain en Woody Allens speelfiim Zei de verschillende verschijningsvormen in kaart gebracht. Voordat een Nederlandse documentaire de kijker in de bioscoop of voor de tel bereikt, heeft de film al een lange weg afgelegd. Aan het begin van dit traject op, de financiering door overheidsfondsen, waarbij een sleutelrol is weggelegd voor publieke omroep. Ten aanzien van de docurnentaire beschikt Hilversum over « monopoliepositie. Het artikel Produktie, distributie & vertoning schetst de oms digheden waaronder Nederlandse documentaires worden geraakt en legt een 33 tal gevoelige zaken bloot. Het tienjarig bestaan van het International Documentary Filmfestival Amsterda was een van de aanleidingen voor het schrijven van deze bundel. Een klemscha initiatief van een groepje bevlogen studenten groeide uit tot een omvangrijk festa) met een sterke internationale reputatie. De bijdrage Tien jaar 1pra is een kritsche evaluatie van de sterke en minder sterke kanten van het IDFA. De Groote Postweg, het laatste artikel, is een reconstructie van de produktieomstan digheden van de gelijknamige documentaire. Op basis van gesprekken met onder andere regisseur Bernie IJdis, producent Pieter van Huystee en uitvoerend producent Harry Kang wordt een onthullend beeld geschetst van het lastige wordings proces van de documentaire. Slechts zelden wordt er door betrokkenen op een zo openhartige manier inzage gegeven in de praktijk van het filmmaken. Een boek over film krijgt meerwaarde door een zorgvuldige vormgeving en interessante illustraties. Omdat de kwaliteit van publiciteitsfoto’s, zeker in het geval van documentaires, vaak te wensen overlaat, is gekozen voor video stills uit zeven Nederland se documentaires. Tezamen geven de illustraties een mooi beeld van de diversitett aan onderwerpen waardoor Nederlandse documentairemakers zich laten inspireren. De onderwerpen die in deze bundel aan bod komen, worden in dagen weekbladen slechts vluchtig besproken. Als filmjournalisten vonden wij het zinnig om een aantal aspecten van de (Nederlandse) documentaire in boekvorm dieper uit te spitten Gekozen is voor een middenweg tussen de vermeende tijdloosheid van de weter schap en de vluchtigheid van de journalistiek.