De Wullinks Johan

Het laatste deel van de trilogie over de Wullinks, het inmiddels bij de lezers bekende boerengeslacht in de buurtschap Miste van Winterswijk, bestrijkt de periode tussen 1933 en 1945. Het einde van de oorlog. Het waren de crisisjaren, die ook diep ingrepen in de economische toestand op het platteland en de vijf oorlogsjaren, die het boerenland evenmin onberoerd lieten. Bernard Wullink en Geertje, zijn vrouw, hebben drie kinderen waarvan Johan de oudste is. Hij zal dan ook de opvolger worden op het voorvaderlijk bedrijf. Net na zijn lagere schoolperiode komt hij in contact met Dineke van de Haar, de kleindochter van Dine, die eertijds in betrekking was bij de Wullinks. Dat is niet helemaal tot genoegen van zijn vader. Nadat Johan in 1940 als dienstplichtig soldaat de vijf meidagen heeft meegemaakt en daarbij gewond is geraakt, komt het tot een vaste verhouding tussen hen beiden. Ze trouwen in juni 1944, op de dag van de invasie. Zijn zusje Hermien krijgt kennis aan een Drentse militair, die in 1939-1940 bij de grensbewaking dient. Harm Groenhof duikt later onder bij buurman Johan van Wullinkhuusman, die betrokken is bij de verzorging van onderduikers. De jongste van het drietal kinderen, Dinie, komt na haar MULO-opleiding terecht op het distributiekantoor en is eveneens betrokken bij de hulp aan onderduikers. Willem, de broer van Bernard, heeft gekozen voor de NSB en dat geeft spanningen in de familie. Hij blijft een geregelde gast op zijn ouderlijk huis, maar zijn politieke keuze brengt toch een ernstige verwijdering teweeg, temeer omdat zijn zoon Freek kiest voor dienstneming bij de SS. Het is vooral Geertje, die ervoor zorgt, dat Nelly, de schuilnaam voor een joods meisje, op het Wullink een liefderijk onderdak krijgt. Het is voor beide partijen echter niet altijd even gemakkelijk een gefingeerd afkomstverhaal overeind te houden. Temeer wanneer de landwacht een razzia houdt in de buurt en vermoedt, dat het verhaal niet helemaal klopt. Kortom, het zijn net als in alle gezinnen uit die periode spannende tijden. Het laatste deel eindigt met de bevrijding, die in de gemeente Winterswijk eind maart 1945 een heugelijk feit werd. Met deze trilogie heeft de auteur een beeld geschets van het leven in de buurtschap Miste tussen de jaren 1880-1945. Een beeld waarin werkelijkheid en fictie met elkaar verbonden zijn. Een roman is immers de verbeelde werkelijkheid.