De hand van een vreemde

Samenvatting

Droogkomische debuutroman uit 1987 eindelijk heruitgegeven

‘Als een opgetrokken knie steekt het eiland uit de rimpelloze zee. De hitte is ongenadig. Er zijn uren dat ik niets denk. Soms, nooit meer dan enkele minuten per dag, steekt er een verdwaald briesje op. Het doet je nekhaar bewegen of verschuift een verbleekte wikkel in de berm van de weg. De rest van de tijd ligt de lucht zwaar op het land. Een blijmoedige tred is onmogelijk; ik duw mezelf voort.’

De naamloze verteller van De hand van een vreemde is schilder. Terwijl hij op het eiland St. Tomas wanhopig probeert een goed schilderij te maken, raakt hij vertrouwd met enkele eilandbewoners: de fietsenmaker, die het begrip ‘bochel’ een heel nieuwe definitie geeft, de onbehouwen hoteleigenaar Gézerst die een spel met hem lijkt te spelen en diens aantrekkelijke vriendin Edith. Haar wil hij veroveren.
Tijdens een wandeling passeert hij een vuilnisbelt waar koeienkadavers worden verbrand. Nadien merkt hij dat de rook zijn zintuigen overhoop heeft gehaald: hij ruikt anders, proeft anders en ook zijn waarneming is veranderd. Hij haalt zich de razernij van obers op de hals, raakt op voet van oorlog met twee bejaarde Amerikaanse toeristen en ontdekt dat Gézerst een vernederende troef in handen heeft.
De hand van een vreemde is het droogkomische, mysterieuze romandebuut van Van Warmerdam uit 1987, over liefde, kunst en stugge obers. Alle elementen van Van Warmerdams meesterschap liggen in deze roman besloten.