Bach en zijn zangers

Bach en zijn zangers (Huizinga-lezing 2016) Vrijdag 9 december werd in een uitverkochte Pieterskerk in Leiden de Huizinga-lezing 2016 uitgesproken door Ton Koopman. Barokspecialist Koopman is naast dirigent, klavecinist en organist, ook hoogleraar oude muziek aan de Universiteit Leiden en docent klavecimbel aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij besprak in zijn lezing de achtergronden van de Hohe Messe (BWV 232) van Johann Sebastian Bach (1685-1750), die Bach aan het eind van zijn leven voltooide en als kroon op zijn vocale oeuvre beschouwde. Koopman ging in op de ontstaansgeschiedenis van dit werk, en op Bachs parodietechniek: het opnieuw gebruiken van muziek die hij eerder componeerde. Vervolgens concentreerde Koopman zich op de uitvoering van de Hohe Messe: hoe klonk het werk in de achttiende eeuw? Gebruikte Bach een koor of alleen solisten? Hoe dacht men over jongenssopranen, castraten en zangeressen? Na de lezing verzorgde Koopman een uitvoering van het Kyrie en Gloria uit dit overrompelende meesterwerk door de jongste generatie internationale topmusici, afkomstig van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en The Juilliard School in New York. De Huizinga-lezing wordt sinds 1972 jaarlijks georganiseerd door de faculteit der geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden, de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en (vanaf 2014) weekblad Elsevier. De lezing is genoemd naar historicus en cultuurfilosoof Johan Huizinga (1872-1945). Het boek Bach en zijn zangers bevat de volledige tekst van de 45ste Huizinga-lezing door Ton Koopman. Toegevoegd zijn onder meer een interview met Ton Koopman, een achtergrondartikel over de samenwerking tussen het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en The Juilliard School in New York en een levensschets van Johan Huizinga.