Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen

Spreekwoorden, spreuken en zegswijzen weerspiegelen de mentaliteit van een volk. In alle tijden hebben de korte, kernachtige uitdrukkingen kunstenaars geboeid. Roemer Visscher, Cats, Hooft en Vondel hielden zich ermee bezig. Breughel en Jan Steen lieten zich door spreekwoorden tot bonte, levendige taferelen inspireren. Weinigen zijn zich ervan bewust, dat vele van de oude, soms zéér oude wijsheden en grapjes nog heden een springlevend bestanddeel van de taal vormen. Ieder van ons heeft er wel een aantal, die "in de mond bestorven liggen". En nog is onze behoefte niet gedekt: wij maken er dagelijks bij. Het zal niemand verbazen, dat er in de loop der tijd nogal wat verzamelingen van onze kennelijk gekoesterde spreekwoorden, spreuken en zegswijzen in boekvorm zijn verschenen. K. ter Laan’s zéér uitvoerige verzameling heeft zich sedert het verschijnen van de eerste druk in een grote populariteit mogen verheugen. De meeste op het gebied dit boek wenden ontleend aan de oorspronkelijke uitgaven van de werken van Vader Cats – Voor de belangstellende leek – en wie zou geen belang stellen in dit kostelijk stuk vaderlands taalleven? – en voor studerenden is Ter Laan’s boek een begeerenswaardig bezit, een bron van vermaak en overpeinzing, neerslag van het leven van een volk zelf. Afbeelding op de omslag: fragment van het schilderij van Pieter Bruegel de Oudere De Spreekwoorden (1559) (Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz, Berlijn; Foto: Jörg P. Anders) Elsevier