Hoe schilder, hoe wilder - Leiden

Leiden - 1638. Oorlog met Spanje, godsdiensttwisten, angst voor de pest. Voor Bastiaan en zijn vriend Andries was het belangrijker of het hun zou lukken schilder te worden - een ambacht zoals elk ander. Maar Bastiaan wilde in Haarlem in de leer bij de zeeschilder Hendrick Vroom, en nu zijn vader dood was, was daar geen geld voor. Andries was niet veel beter af, met een strenge vader die hem naar de universiteit wilde sturen. Bastiaan zocht zijn troost bij Salomon in diens kunstwinkel. Andries putte moed uit de schaarse tekenlessen die hij van de schilder Gerrit Dou kreeg. Voor hun zusjes Neeltje en Trijntje zag de toekomst er ook niet rooskleurig uit - niet zo rijk, vrolijk of sfeervol als op veel schilderijen wordt voorgesteld. Op straat moest de Hollandse jeugd maar leren hoe hard het leven was. De schilders en hun opdrachtgevers kozen echter liever andere onderwerpen. Want 'ellende' verkocht nu eenmaal slecht! Het verhaal over Bastiaan en Andries werd uitgewerkt tegen de achtergrond van hun tijd en hun ontmoeting met schilders in Leiden (en in de volgende delen in Haarlem en Amsterdam). Een spannend verhaal over twee gewone jongens, maar een verhaal waardoor je beter leert kijken naar schilderijen en een heleboel te weten komt over het leven in de zeventiende eeuw. Met veel reprodukties en illustraties.