HET ONBEHAGEN

Het onbehagen Een zoektocht naar de Limburgse ziel.Deze bundel, een selectie uit de artikelenreeks ‘Het onbehagen’ die tussen maart 2011 en februari 2012 werd gepubliceerd in Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad, probeert vanuit verschillende invalshoeken de oorzaken te schetsen van de ‘revolte’ die ervoor zorgde dat de PVV van Wilders de grootste partij werd in ‘hartland’ Limburg. ‘Wie sjoeën ós Limburg is, begrip toch nemes, es allein de zuderling’. Deze passage uit het inofficiële Limburgse volkslied kreeg in 2011 nieuwe betekenissen. Want: wie begreep eigenlijk nog wat er precies speelde? Het was het jaar waarin de PVV niet alleen de grootste partij werd maar Limburg ook de enige provincie in het land bleek waar de partij van Geert Wilders in het bestuur kwam. Plots was Limburg landelijk nieuws. Journalisten uit het hele land streken neer om ‘de omwenteling’ te verklaren. Sommigen keerden met lege handen terug, anderen beseften al snel dat het vinden van antwoorden langer zou duren dan het stellen van enkele vragen aan ‘de man in de straat’. ‘Er zijn in Limburg zesentwintig manieren om ja te zeggen en vijfentwintig daarvan betekenen nee’, schreef een opinieweekblad. De Limburgse kranten startten in maart 2011 een onderzoek onder de kop ‘Het Onbehagen’. In totaal zestig afleveringen (interviews, reportages, gastopinies, essays) werden gepubliceerd, culminerend in een congres dat in samenwerking met de Universiteit Maastricht in de Limburgse hoofdstad werd gehouden. Marita Mathijsen, emeritus hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, zei in haar lezing ‘De Limburger als de ander’ op 23 oktober 2011 in Maastricht: Hebben die 1.122.701 inwoners, van wie het grootste deel tussen de 20 en de 65 jaar oud is, iets gemeenschappelijks? Iets wat ze afzondert van Nederlanders, van Brabanders, van katholieken? In een mooie reeks in Dagblad De Limburger en Limburgs Dagblad van dit jaar, ‘Het onbehagen’, kwamen allerlei onderwerpen aan de orde die met de Limburgse identiteit en modernisering en het onbehagen daarover te maken hadden, zoals de nostalgie naar vroeger, de immigratie, de houding ten opzichte van de overheid, het nieuwe katholicisme, de wending naar de PVV.