Bloed om bloed

Bloed om bloed is het verslag van een persoonlijke odyssee, dat zich laat zich lezen als een spannend verhaal - een waargebeurde Peetvader over moord, maffia, geheime tribunalen, armoede, familie en eer. Toen Frank Viviano vijftien jaar oud was, vertelde zijn grootvader hem over een man die lu Monacu werd genoemd, de monnik. 'Hij was mijn grootvader. Op Sicilië noemde iedereen hem zo, omdat hij in priesterkledij van de rijken stal.' Pas op zijn sterfbed jaren later vertelt de oude man dat de monnik vermoord is: 'Aiutu di Diu. God helpe me. De baas heeft hem vermoord. Domenico Valenti vermoordde hem.' Dan besluit Frank Viviano op zoek te gaan naar het waarom van de moord op zijn betovergrootvader en naamgenoot en zal hij ontdekken dat deze man een rol speelde bij het ontstaan van de maffia. Tot op dat moment was voor Frank Viviano de geschiedenis van zijn familie altijd begonnen op de dag dat zijn grootvader als jongeman van boord stapte in New York. Sicilië was ver weg. Nu beseft Viviano waar zijn wortels werkelijk liggen. Een reis naar het oude land, naar het vissersdorpje Terrasini, kan niet uitblijven. Daar doorzoekt hij archieven en kerkregisters en praat met mensen die de gebeurtenissen uit het verleden kennen. In Bloed om bloed schetst Frank Viviano een schitterend beeld van Sicilië: van de geschiedenis van het eiland en van zijn inwoners. Zo verhaalt hij over signore Zucco, lu Francese, de Fransman, een machtige grootgrondbezitter die eigenlijk Henri, hertog van Orleans heette en ten tijde van 'de monnik' een van de rijkste mannen van de wereld was.