Vlucht Naar Geneve

'Wat ik daar hoor, klinkt behoorlijk ketters.' In de donkere deuropening staat een lange, donkere man. De man stapt wat verder de kamer in en loopt naar Isabeau toe. Ze kijkt in een paar donkere, kille ogen. De man houdt zijn duim onder haar kin en vraagt: 'Wie ben jij, jongedane?' 'Isabeau Fontier.' Hij neemt haar van het hoofd tot de voeten op. 'Isabeau. Har op weg om een ketter te worden.' Isabeau werkt bij de rijke familie La Chartre. Als ze mekrt dat zij in de Bijbel lezen, staat ze voor een moeilijke keus. Moet ze haar vriendelijke baas verraden aan de pastoor? Maar wat gebeurt er dan met haar vriend, Jean-Pierre le Chartre? Isabeau vraagt zich af bij wie ze hoort en wat ze moet doen. Dan vertelt haad moeder haar een geheim. Samen met Jean-Pierre en zijn familie begint Isabeau aan een levensgevaarlijke vlucht over de Alpen. Zullen ze ooit in het veilige Genève van Calvijn aankomen?